top of page
Featured Review

Interview Ineke van Schijndel


U heeft onder meer aan de kunstacademie in Trier gestudeerd. Wat hebt u daar geleerd en hoe verschilt het kunstonderwijs in Duitsland van dat in Nederland?

Of de kunstacademie in Trier zoveel verschilt van de kunstacademies in Nederland kan ik niet echt beoordelen. Ik weet wél, dat het in Trier mogelijk was om parttime cursussen te volgen. Eén van de redenen voor mij om naar Trier te gaan.

In het verleden heb ik Duits gestudeerd. ’s-Hertogenbosch heeft vriendschapsbanden met Trier en toen ik hoorde, dat daar een goede kunstacademie was kwamen mijn 3 liefdes bij elkaar: schilderen, ’s-Hertogenbosch en de Duitse taal. Het is me goed bevallen. Regelmatig ga ik nog naar Trier om daar aan de kunstacademie te werken. Ook dit jaar weer.

U bent lid van de 'Baussant'-groep. Waarom wilt u als groep kunstenaars naar buiten treden?

Op de academie in Trier leerde ik in 2000 drie schilderessen kennen: één Nederlandse en twee Duitse. Vanaf die tijd zijn wij elk jaar een paar weken in Frankrijk - Saint Baussant - gaan schilderen. Vandaar de naam Baussant-groep. Ook schilderen wij al vanaf 2003 een aantal weken met elkaar in Denemarken. Wij hebben dan ruim de gelegenheid met elkaar te werken en te experimenteren. Héél inspirerend.

Wij hebben ook gezamenlijk werk gemaakt en vonden het interessant om ons werk tentoon te stellen. Onze laatste gezamenlijke expositie was in 2011 in Karlsruhe. Voor ons oudste - in november a.s. 90 jarige - lid werd het te zwaar om nog exposities samen te stellen. Wél hebben we ook dit jaar weer de hele maand mei met elkaar in Denemarken geschilderd.

Hoe zou u het cultureel klimaat in uw woonplaats Den Bosch omschrijven?

Over het cultureel klimaat in ’s-Hertogenbosch ben ik redelijk tevreden. Wel zou ik het heel positief vinden, als het culturele gebeuren, zoals bijvoorbeeld de Muzerije, voor meer mensen, ook voor mensen met een kleine beurs, toegankelijker zou zijn. Cultuur is belangrijk voor iedereen. De gemeente zou kunst en cultuur in de stad naar mijn idee meer kunnen/moeten koesteren.

Bijvoorbeeld is het voor mij lastig om een goed atelier te vinden en voor langere tijd te behouden. Op het moment heb ik een schitterend atelier aan de Nieuwstraat 30 in ’s-Hertogenbosch. Het maakt deel uit van het voormalige GZG-complex. Het blijft spannend of ik daar voorlopig kan blijven. Een geschikt atelier is moeilijk te vinden en de huren zijn over het algemeen (on)behoorlijk hoog.

Waarom werkt u in verschillende stijlen?

Omdat ik het heerlijk vind te experimenteren, wil ik me niet binden aan één stijl. Ik heb een eigen handschrift, een eigen kleurgebruik en harmonie in mijn werk. Het is uiteraard een heel verschil of ik een tekening maak met een fijne pen of een schilderij met een brede penseel met veel verf.

Het schilderen en tekenen is mijn lust en mijn leven. Of het nu modellen zijn, portretten, landschappen of bloemarrangementen; het hoort bij mij.

Hoe bent u ertoe gekomen kunstenares te worden?

Al heel jong wilde ik graag naar de kunstacademie, maar zoals dat vroeger wel vaker ging, wilden mijn ouders liever, dat ik eerst een “echte” opleiding volgde. Ik heb hun advies opgevolgd. Naast mijn studies heb ik altijd getekend/geschilderd en deed ik veel aan textiele werkvormen en handvaardigheid. Het bracht mij de broodnodige afwisseling, afleiding en rust.

Toen ik het mij kon veroorloven, ben ik parttime gaan werken, zodat ik meer tijd kon besteden aan mijn tekenen en schilderen. In 1993 had ik mijn eerste expositie en in 1999 ben ik naar de kunstacademie in Trier gegaan. Een jaar later ben ik met mijn eigen bedrijf Artivans gestart.

Tag Cloud
bottom of page