top of page
Featured Review

Interview Roel Smits


U bent schrijver. Hoe bent u ertoe gekomen romans en verhalen te gaan schrijven?

Na de geboorte van mijn eerste zoon ontstond de behoefte om te gaan schrijven. Niet over die geboorte of over het hebben van kinderen trouwens. Ik vond deze behoefte vreemd en dacht dat hij over zou gaan, maar hij werd alleen maar sterker en toen ben ik maar begonnen. Ik deed een paar schrijfcursussen en toen was er geen weg terug meer.

U hebt ook als wetenschapper gewerkt. Kunt u uw wetenschappelijke kennis gebruiken bij het schrijven van fictie?

Tot nu toe heb ik er niets aan gehad. Het wetenschappelijke denken en schrijven is gebaseerd op logisch redeneren. Als je verhalen schrijft gaat het er juist om jezelf open te stellen voor intuïtie en chaos, dat wil zeggen woorden, zinnen en verhaalideeën die uit het niets lijken te komen, en waarvan je pas later inziet welke functie ze kunnen vervullen in je verhaal. Natuurlijk speelt creativiteit een rol in de wetenschap, maar die creativiteit heeft een ander karakter dan de creativiteit in het schrijven. Misschien is dit het verschil tussen ‘creatief’ en ‘artistiek’.

U bent schrijfdocent. Wat vindt u van de veel gehoorde schrijftip 'show don't tell'?

Dat is een interessante vraag die regelmatig ter sprake komt tijdens mijn lessen. Ik denk dat het voor iedere schrijver belangrijk is om te oefenen in ‘show don’t tell’: hoe kan ik spanning creëren door louter handeling en dialoog? Als je dit enigszins onder de knie hebt kun je jezelf meer vrijheid geven en bijvoorbeeld af en toe rechtstreeks emoties benoemen. Uiteindelijk gebruiken de meeste schrijvers zowel ‘show’ als ‘tell’, maar op een gebalanceerde manier. Verhalen met uitsluitend ‘show’ kunnen geforceerd gaan aanvoelen.

Welk thema heeft uw roman 'Ik ben de zoon van John Lennon'?

Terwijl ik het schreef dacht ik dat het ging om identiteit: een enigszins identiteitloze man komt door de dood van zijn moeder in een crisis, gaat op zoek naar zijn identiteit, waarbij hij in de voetsporen treedt van zijn vermeende vader John Lennon. Terugkijkend zie ik een ander thema in het boek: zelfvernietiging. Hoewel ik geprobeerd heb de energie van de jaren zestig en zeventig in het boek voelbaar te maken, is het uiteindelijk een erg duister boek geworden, waarin de hoofdpersoon niet meer kan stoppen met alles af te breken wat hij heeft opgebouwd.

Wat vindt u van het culturele klimaat in uw woonplaats Eindhoven?

Wat ik prettig vind is dat degenen die de cultuur werkelijk brengen (de beeldend kunstenaars, schrijvers, muzikanten, etc.) zich bescheiden opstellen en zeer bereikbaar zijn en zich niet lijken te verdelen in elkaar bestrijdende groepen. Schrijvers zijn van nature meer teruggetrokken en we zitten niet bepaald elke week samen in de kroeg maar we kennen elkaar en ontmoeten elkaar nu en dan en de sfeer is positief. Ik hoop overigens dat we binnenkort afscheid kunnen nemen van onze cultuurwethouder Mary-Ann Schreurs. Zij heeft de Eindhovense bibliotheek – een stil en niet zo hip, maar ontzettend belangrijk cultuurorgaan – gereduceerd tot een beschamend hoekje met wat boekenkasten. Weg met Schreurs, terug met de bieb!

Meer literatuur: hier

Tag Cloud
bottom of page