top of page
Featured Review

De wil tot leven en de kunst van het sterven


1. Armando

’Ik haat mijn schilderijen,’zei Armando. En dat hij het wel tijd vindt om te sterven, dat de tijd van nu zijn tijd niet meer is. Armando maakt nietsontziende statements en nietsontziende beelden, haast noodzakelijke tekens. Ze zijn vaak bijna gewelddadig tot stand gekomen als protest tegen oorlogsgeweld. De schilder, beeldhouwer en schrijver Armando ging na de Tweede wereldoorlog naar Berlijn om in het schuldige land met beide handen sporen door klodders verf te trekken. Hij bewerkte het witte vlak met kracht en streelde tegelijk de steeds gelaagdere ruimtes teder met zijn behandschoende handen als berenklauwen. Zijn doeken hebben meer dan een dimensie op het platte vlak.

Je staat er tegenover, je wordt in een andere wereld gezogen. Je komt terug met krassen op je ziel.

Veel van zijn schilderijen verdwenen in het vuur. Zijn de doeken verbrand, omdat ze in de wereld van nu niets meer te zoeken hebben? Omdat ze niet meer passen in de tijd van bevallige leugens en glimmende oppervlaktes? Zijn tijd heeft haar langste tijd gehad. Maar oorlog en geweld zijn aan de orde van de dag en dringen in woord en beeld ook het neoliberaal universum binnen. De kunstenaar Armando heeft in zijn werk zijn tijd en zijn biografie met elkaar verknoopt. Veel kunstenaars doen dit, de een explicieter dan de ander.

2. A rose is a rose is a rose is a rose…

Gertrude. Stein speelt in reeksen van woorden met taal en betekenissen. A rose is a rose is a rose. Haar drieluik van woorden kan zich eindeloos herhalen en sterft steeds weer een zachte dood. Die ewige Wiederkehr! Het is een langzaam wegstervende melodie, op weg naar abstractie.

De dood had al heel lang over de schouder van Roos meegekeken en een vriend had zich vol medeleven al lang tevoren een voorstelling van zijn komst gemaakt. Roos hing ongelooflijk aan het leven, dat haar niet had verwend. Ze had het leven lief en heeft geknokt, om het niet los te laten. Ze had nog ergens recht op. Ze wilde gezien worden. Uiteindelijk moest ze het einde aanvaarden. Ze heeft haar berg van verdriet moedig beklommen en gehuild, zoals ze zelf zei. En bijna aan de top heeft ze nog bij leven aandacht besteed aan de verschijning van haar dode lichaam. Ze heeft de verlossing uit haar lijden zichtbaar gemaakt in de fysieke manifestatie van haar dood, in een haast erotische verbeelding van de spanning tussen geest en zinnelijkheid. Het werd een volkomen verstilde en tegelijk vluchtige momentopname. ‘A rose is a rose, is a rose’. Gewassen en opgemaakt was het dode lichaam haast gecultiveerd tot een actrice in ‘La grande bellezza’, een prachtige film over de ‘morbide poppenkast’ zoals Schopenhauer het leven noemt, waarin wij mensen op den duur vermoeid door ons eigen theater, acteren tot de dood de schil van de individualiteit afpelt. Voor Schopenhauer, de filosoof van de kunst, bestaat er in de wereld van de wil en de voorstelling geen dood. Het leven kan niet sterven. Slechts het individu sterft want het is gebonden aan de wet van de toereikende grond, aan tijd, ruimte en causaliteit. De film ‘La grande bellezza’ speelt zich af in de coulissen van Rome. De grote schoonheid is de schoonheid van de vergankelijkheid. Verveeld en vermoeid door hun rol in het leven cultiveren de acteurs de esthetica van het verval.

Roos heeft zichzelf tot kunstwerk getransformeerd. Opgebaard in een rieten mand vol rozen, met bloedrood gelakte nagels, gestifte lippen in het wit gekleed, heeft ze een museumstuk van zichzelf laten maken. Een enscenering, die naadloos aansloot bij wat ze bij leven zo intens gewild maar niet gekregen had. Ze werd gezien. Ze mocht er zijn!

3. Schopenhauer en zijn blik op de wereld

Volgens Schopenhauer kan kunst door het intellect de wil overstijgen en het idee benaderen. Kunst dicht de kloof tussen het zinnelijke en het geestelijke, objectiveert een empirisch fenomeen en laat de wereld als voorstelling zien. In de esthetische ervaring van de wereld als voorstelling verwijdert zich het subject van de wil.

A rose is a rose is a rose…Het subject gaat op weg naar het rijk van de ideeën. Het ontindividualiseert. Het is geen kennend subject meer, maar een subject van kennis.

Het beeld van deze dood was verwarrend! Het beeld van het individu Roos bleef nog even in de wereld, terwijl de grond niet meer toereikend was. Tegenwoordig zijn veel beelden minder verwarrend. Ze vieren het leven, vaak tot op het graf. Ze ontroeren en willen troosten.

Kunst verbindt ons met de sferen achter de sluier van Maya, ze kan iets zichtbaar maken wat onzegbaar is. Dat zijn niet de bevallige leugens, waarmee we onszelf maar al te graag om de tuin leiden en de ondraaglijke lichtheid van het bestaan wat dragelijker maken. We willen de belofte van een rozentuin.

‘Elke blik op de wereld - en het is de taak van de filosoof om de wereld te verklaren - bevestigt en bewijst, dat de wil tot leven, verre van een willekeurige hypothese of zelfs een holle frase te zijn, juist de enige uitdrukking van haar diepste wezen is’, zegt Schopenhauer, de radicale atheïst en pessimist.

De wil tot leven is in zijn denken niet gebonden aan de wet van de toereikende grond. De wil is kwaadaardig.

De levenskracht, de onafhankelijke en nooit gebroken, niet te breken wil tot leven wordt heel vaak bezongen in liederen van troost tijdens begrafenissen. De vermomming van haar lichaam als actrice in ‘La grande bellezza’ was - balancerend op de soms flinterdunne grens tussen kunst en kitsch- tegelijk een uitdrukking van deze wil en maakte toch iets zichtbaar, wat onzegbaar is. Het was een volmaakte paradox van grote schoonheid.

We balanceren op het snijvlak in de poppenkast, doen onze vingeroefeningen in de kunst van het leven en in de kunst van het sterven, laten los en dekken weer toe. De melodie van ons levenslied is als een stellende, vergrotende en overtreffende trap en toch voor iedereen anders. A rose is a rose is a rose… Het leven is wat het is, niet meer en niet minder. We hebben geen utopie, maar utopische energie nodig. Is deze uitgedoofd dan is het soms tijd om te sterven.

Tag Cloud
bottom of page