top of page
Featured Review

Interview Emily Kocken


Wat zijn de thema's van uw roman 'Witte vlag'?

De thema’s in ‘Witte vlag’ zijn liefde en identiteit, relaties en eenzaamheid, overgave, groei, en de dood. Een jonge vrouw doet haar verhaal: een gevecht om zich te ontworstelen aan de beperkingen van haar huwelijk met een egocentrisch kunstenaar. De dood van hun hond fungeert als catalysator. Misschien is Witte vlag het beste als een merkwaardig soort emancipatieroman te typeren.

U schrijft, tekent en fotografeert. Wat kunt u in de ene discipline kwijt en niet in de andere?

Momenteel fotografeer ik weinig al zet ik de fotografie altijd in als documentatie- en onderzoeksmiddel. Schrijven is mijn hoofdactiviteit zowel op literaire als beeldend gebied. Momenteel werk ik vanuit een tekst van Gertrude Stein. Via allerlei tussenstappen ben ik uitgekomen op Come-Go-Stay waarin ik met een koningspoedel het verschil tussen mens en dier onderzoek. De uitkomst toon ik via een performatieve installatie dat bestaat uit een live performance, video, display object, readymade, en een tekening.

Het tekenen is een meditatieve activiteit waarin ik me tijdens de voorbereiding en het maken van de eerste schetsen enorm moet inspannen om vervolgens tijdens de uitwerking te ontspannen. Groot verschil tussen tekenen en schrijven is de wanhoop die ik tijdens het tekenen in de eerste fase voel, vol twijfel aan het resultaat. Tijdens het schrijven heerst meer kalmte, de organisatie die het vergt om een roman te schrijven dwingt een helder hoofd af op de een of andere manier.

Wat is uw mening over het culturele klimaat in Nederland?

Het culturele klimaat in Nederland is sinds de grote klap binnen het culturele subsidiestelsel sterk veranderd. De terugloop in bestedingsgeld aan cultuur, de politieke consensus daarover beïnvloedt hoe wij over cultuur denken. Op televisie wordt cultuur vaak in een wedstrijd format gegoten: de winnaar mag zich dan gelegitimeerd van ‘het publiek’ met schrijven of kunst bezighouden. De programmamakers en omroepen zijn zich daar vast niet altijd van bewust maar ik kijk niet graag naar dit soort programma’s. Mij wordt iets door de strot geduwd wat niets met het werk van de persoon te maken heeft. Ik kijk naar een rookwolk waarachter uiteindelijk verachting voor cultuur lijkt schuil te gaan.

Nog een voorbeeld: mensen die zich beroepsmatig met kunst bezighouden moeten eigenlijk ondernemer te worden of op een andere manier hun bestaansrecht als kunstenaar verdedigen. Ik kan soms terugverlangen naar de tijd waarin de middelen nog voorhanden waren; een periode waarin studenten in de gelegenheid werden gesteld om flanerend te studeren, fouten te maken en te experimenteren. Misschien waren was het een beetje too much, aan de andere kant is er toen een kwaliteit van leven mogelijk gemaakt voor zowel uitvoerder als ‘consument’. Ik chargeer maar toch.

Aan de kunstacademies studeren mensen na vier jaar af, en daarna moeten ze onder het kritisch oog van Jan en alleman proberen om het te gaan maken in de kunstwereld, als ze niet de mazzel hebben aan een vervolginstituut verder te mogen studeren. Het levert vaak verkrampte en ijdeltuiterige kunst op door jonge mensen die gepusht worden om ‘ergens’ mee op te vallen. Want anders ‘red je het niet’. Ik vind dit intens triest en weinig respectvol ten opzichte van de jonge generatie.

Het werk van welke schrijvers vindt u inspirerend?

Murakami schrijft in een mooie, magische stijl. Hij verbindt historie aan diep persoonlijk leed met een surrealistische toets. Dat spreekt kennelijk veel mensen aan en mij ook. In mijn tienertijd was Louis Couperus mijn held omdat mijn moeder alles van hem in de boekenkast had staan. Nu stond daarnaast het werk van Ida Boudier Bakker, Top Naeff en Cissy van Marxveldt dus ook daar ben ik mee opgegroeid. Op de middelbare school was lezen een feest dankzij het enthousiasme van leuke docenten Nederlands. Vestdijk was toen ongemeen populair, Campert. Ik las en herlas ‘Het leven is verrukkulluk’. En dan te bedenken dat hij dit in een maand heeft geschreven. Een van de meest oorspronkelijke Nederlandse boeken ever, misschien.

Ik ben een fan van Houellebecq, Elfriede Jellinek en een jongere Zwitserse schrijver, Zoë Jenny. Zij is hier niet bekend ondanks het feit dat haar debuut De stuifmeelkamer in het Nederlands is vertaald. Ik houd erg van de stijl van Hella Haasse, Anton Koolhaas. Een andere favoriet is Jeanette Winterson.

Op dit moment lees ik Wanderlust van Rebecca Solnit. Het is non-fictie, over de geschiedenis en betekenis van het wandelen, bijzonder goed geschreven. Niet te nadrukkelijk mooi maar als je passages overleest merk je hoe poëtisch en zinnelijk Solnit de werkelijkheid kan beschrijven.

Voor de roman die ik momenteel aan het schrijven ben, put ik inspiratie uit Der Zauberberg van Thomas Mann. Ik lees ook veel werk van collega schrijvers, maar dan is het meer een kwestie van kennisnemen van wat er door anderen gemaakt wordt dan dat ik er een oordeel aan hang. Ik vind het jammer dat door schrijvers zo gestreden moet worden om een lezerspubliek te vinden, maar ik vind het nog erger dat we het daar zo vaak over moeten hebben. Ik denk dat de liefde voor lezen vaak al jong begint, en misschien wel genetisch is. De behoefte om via de taal van een ader eigen beelden op te roepen past bij een ander soort mens past dan bij bijvoorbeeld het verlangen om jezelf en je eigen wereld te verliezen in een videogame. Dat is een fysieke activiteit hoe gek dit misschien ook klinkt. Een schrijver die beide behoeftes combineert of er op de een of andere manier actueel aan blijft appelleren, is Science Fiction schrijver William Gibson. Ik ben geen fan van zijn stijl maar de boodschap tussen de regels spreekt me wel aan.

Welke schrijver of kunstenaar is ten onrechte vergeten?

Vele goede en bevlogen kunstenaars en schrijvers zijn vergeten. Maar ik neem aan dat je het hebt over een vergeten door een grote groep want in de marge heeft iedereen zijn helden en bewonderaars. Volledige miskenning is waarschijnlijk het ergste wat een creatieveling kan overkomen.

Ik vrees wel dat veel Nederlandse schrijvers uit de jaren zeventig, uit mijn middelbare schooltijd mee ben opgevoed, de grote drie in hun beginjaren daargelaten, nog bijzonder weinig door middelbare scholieren worden gelezen, als ik daar het begrip lezerspubliek even mee mag laten samenvallen. Iemand als Belcampo schreef verhalen met een gothic ondertoon, iets geks en grimmigs zat in zijn werk. Onlangs is een verhaal van hem verfilmd, dat dan wel.

Duitse literatuur. Dat is in Nederland een lastige zaak. Zo heb ik het altijd jammer gevonden dat ondanks de officiële literaire erkenning iemand als Christa Wolf verder weinig bekendheid geniet.

Wat de beeldende kunst betreft zijn er fotografen die ondanks het feit dat ze recent een solotentoonstelling hebben gehad in het fotomuseum in Den Haag bij het grote publiek niet bekend zijn. Iemand als Machiel Botman bijvoorbeeld, een fotograaf die de analoge camera richt op zijn dagelijkse omgeving en kalm en gestaag aan een eigenzinnig oeuvre werkt. Hij is natuurlijk niet vergeten maar hij is bij het grote publiek geen Household name, en dat zou eigenlijk wel moeten. Dit is een ander fenomeen dan vergeten zijn door een publiek. Dat veronderstelt de aanwezigheid van een (lange) periode van bekendzijn, bemind, beroemd. Ik was onlangs in Berlijn waar ik in het werk zag van de kunstenaar Elaine Sturtevant. Zij is in 2014 overleden, reden om aan haar een overzichtstentoonstelling te wijden in het Hamburger Bahnhof Museum. Haar leven draaide om het kopiëren en eren van het werk van anderen. Een paar jaar terug hoorde ik over haar uitgangspunten en vond ik het ridicuul klinken. Zie je het werk in het echt dan valt je mond open van verbazing. De ene tekening na de ander verhoudt ze zich tot het werk van bijvoorbeeld een Liechtenstein en het mag eigenlijk niet gezegd worden: het is nog beter dan het origineel. Anders gezegd, er gebeurt iets waar je niet bij kunt komen. Door haar inspanningen vertraagt de oorspronkelijke kwaliteit, zij vertekent de liefde die zij voelt voor dit werk en bewijst de actuele kunstgeschiedenis hiermee een enorme dienst.

Foto: Wilma Rekkers

Voor nog een dubbeltalent zie: Interview-met-Octavie-Wolters

Tag Cloud
bottom of page