Ruk en Pluk
Sinds een vriend mij ooit vertelde over een familie waar hij als kind wel eens kwam kan ik niet meer zonder enige gruwel en fascinatie langs dit café in Amsterdam Watergraafsmeer fietsen. Zal ik er een keer naar binnengaan? Ik heb het vaak overwogen maar iets in mij wil de gruwel behouden.
Die familie waar die vriend – ik noem hem Otis- wel eens kwam was bijzonder mededeelzaam. Dat hield onder andere in dat men een nies, een boer, een toiletbezoek aankondigde. Hoe specifieker de mededeling hoe beter. Of het een luide nies zou zijn of een spetterende. Ik kan daarvan nog wel de waarschuwende functie waarderen. Wat betreft toiletbezoek was het kennelijk van belang te specificeren of het een grote of kleine boodschap betrof. Die grote boodschap – poepen - werd daar ‘plukken’ genoemd. Hier haakte ik af. Of Otis het verder voor zichzelf zou willen houden. Maar Otis moest het kwijt. Dat begrijp ik nu ook. Plukken dus. Of je het wil of niet: je gaat dit visualiseren. En je vraagt je vanzelf af of deze familie geen wc-papier had. Of plukte men mét papier? Hoe gaat dat in zijn werk? De wetenschap dat er in de regel alleen een klein, groezelig, gegroefd mini-zeepje bij het fonteintje lag en een handdoek meestal ontbrak maakt de voorstelling niet geruststellender. Dat na het toiletbezoek ook uitgebreide toelichting werd gegeven van het gedane plukken, waarbij structuur, kleur en geur natuurlijk niet ontbraken was in het geheel gezien te verwachten maar overviel mij alsnog toch.
Dus Ruk en Pluk: ooit waren jullie misschien nog onschuldige kabouters als Puk en Muk. Nu weet ik beter.
Zie ook:
Comments