top of page
Featured Review

Over semiotisch residu en semiotisch destillaat


Met een vriend reed ik begin juli vroeg in de ochtend van Tilburg naar Normandië, om daar de aankomst van de tweede etappe van de Tour de France te bekijken. Over de Tour de France (ooit als een heldenepos beschreven door de semioticus Roland Barthes) gaat deze tekst echter niet. Tijdens de autorit langs vele tolwegen en over de imposante Pont de Normandie werd mijn aandacht getrokken door de vele zogenoemde ‘panneaux touristiques’ langs de route. Elk plaatsje dat we passeerden werd gerepresenteerd door een historiserend bord dat de essentie van de toeristische aantrekkingskracht of relevantie van de plaats symboliseerde. Wat mij direct fascineerde was de semiotische betekenis van deze borden. Ik vroeg mij af of in dergelijke afbeeldingen een huwelijk tussen geschiedenis en semiotiek werd gesloten.

In de wetenschappelijke beeldvorming staan beide onderzoeksmethoden vaak op gespannen voet. De man die semiotiek in Europa op de kaart zette, De Saussure, was een structuralist. Het ging hem er niet om een historisch proces te beschrijven, maar om de onderliggende tijdloze betekenisstructuur van uitingen te benoemen. Zijn visie wordt door sommige historici als ahistorisch en (dus) onwetenschappelijk weggezet.

Terecht misschien. Maar het is fout om daarom de hele semiotiek in de ban te doen. Semiotiek staat voor tekenleer, waarbij een representerende uiting verwijst naar een fenomeen uit de concrete realiteit, zo verwijst het woord ‘wc’ op een bordje naar een feitelijk bestaande ontlastingsplaats. Ik maak in mijn benadering van semiotiek een koppeling tussen betekenis en tekens die onder meer de cultuurwetenschapper Stuart Hall ook maakt.

In de genoemde toeristische borden wordt naar mijn mening een soort ‘semiotisch destillaat’ getoond. Het gaat me niet om de exacte scheikundige betekenis van het verschijnsel destillaat. Hier vat ik het semiotisch destillatieproces op als het komen tot de meest zuivere of uitgezuiverde vorm van begrip aangaande een voorwerp, concept of plaats. De vermeende essentie of centrale betekenis van zo’n verschijnsel of plek zou ermee worden gecommuniceerd. Zo tonen de vele ‘panneaux touristiques’ met de tinten bruin en oranje een algemeen nostalgisch levensgevoel in een uniforme stijl die in heel Frankrijk schijnt te worden gehanteerd. (De keuze voor dit kleurenpalet connoteert dus in algemene zin 'verledenheid.' Zie hier voor meer over verledenheid). Maar het is vooral ook de inhoud van de borden die aan het verleden refereert. Op de borden wordt het meest historisch essentiële van de betreffende plaats getoond. Zo worden op borden die de plaatsen van de Normandische invasie uit de Tweede Wereldoorlog representeren graven, gevechtshandelingen en bunkers gepresenteerd.

Het semiotisch destillaat is altijd kunstmatig, zo lijkt me. Het gaat erin om representerende beelden (of klanken) die een verschijnsel in zijn essentie zouden vatten (en daarmee de gelaagde werkelijkheid ernstig versimpelen). Dit essentialisme zien we op een geheel andere manier ook in het begrip ‘presence’ van de historicus Eelco Runia (voor meer over ‘presence’ zie hier). Bij Runia gaat het juist niet om kunstmatigheid maar om aanwezigheid van de realiteit van het verleden in het heden. Hij lijkt niet veel op te hebben met de verschuivingen van betekenissen van voorwerpen in de loop van de tijd. Runia meent dat een overblijfsel uit het verleden mensen in direct contact met dit verleden kan brengen. Een zwaard uit de elfde eeuw is voor Runia niet meer dan dat. Dit zwaard maakt het elfde-eeuwse verleden in het heden tegenwoordig. Het is voor iemand die er open voor staat mogelijk om de essentie van het overgeleverde voorwerp te ervaren, los van alle latere betekenissen die aan het voorwerp werden gehecht in de beschaving waaruit de waarnemer voortkomt. Dit lijkt me echter illusoir. Je kunt je niet losmaken van de context van waaruit je waarneemt en dat is ook niet per se wenselijk. De mens is een historisch wezen en is gesitueerd in de tijd. Zijn blik wordt (naast door genetische factoren en levensloop) bepaald door de hedendaagse cultuur waarin hij of zij functioneert, een cultuur die voortkomt uit eindeloos veel historische processen.. Het is niet mogelijk om zich buiten die context te plaatsen.

Diepgaander inzicht in het verleden dan de begrippen ‘semiotisch destillaat’ en ‘presence’, biedt naar mijn mening een verschijnsel dat ik ‘semiotisch residu’ zou willen noemen. Ook hier gaat het me niet om de exacte scheikundige betekenis. Ik vat het begrip zo op: een residu is een restant of overblijfsel dat ergens achterblijft of overblijft na een proces. In de semiotische context: wat zich aan een voorwerp heeft gehecht aan betekenisresten waaruit een nieuwe betekenis wordt gevormd, bestaande uit oude en nieuwe connotaties (gevoelswaarden/associaties) en denotaties (meer letterlijke betekenissen). Mensen construeren in voortdurende communicatie met elkaar betekenissen aangaande alles om hen heen. Het is heel interessant om inzicht te krijgen in de betekenissen van voorwerpen in het verleden en wat er daarvan aan betekenisresten in het heden overblijft. Ik wil om dit duidelijk te maken even ingaan op het verschil tussen een concreet wapen uit het verleden en het concept waarvoor dit staat. Met andere woorden: het verschil tussen een specifiek zwaard en ‘zwaardheid’. Een elfde-eeuws zwaard an sich deelt ons niet zoveel mee over het verleden: men kan mogelijk voelen of het zwaard scherp is, maar dit zegt nog niet dat het ook vroeger scherp of bot was. Voorwerpen zwijgen vooral, betekenisgeving uit het verleden en het heden spreekt tot ons.

Aan het genoemde wapen heeft zich in de loop van de tijd een semiotisch residu gehecht. Het gaat me meer om het fenomeen zwaard dan om een concreet zwaard. Het cultureel-mentale verhaal is belangrijker dan het voorwerp. Een voorwerp wordt pas interessant als er betekenis aan werd en wordt gegeven. Het zwaard staat voor machtsuitoefening of viriliteit uit het verleden, of mogelijk ook voor hersenloze wapenliefde. Dat laatste is een anachronistisch oordeel, omdat men in het verleden niet zo dacht. Maar juist dat gegeven is interessant: het fenomeen zwaard biedt een inkijkje in de collectieve mentaliteit van vroeger en van nu. In de elfde eeuw representeerde het zwaard op onironische wijze ridderlijkheid, terwijl wij tien eeuwen later in een complexere, gelaagdere maatschappij leven, waarin eerbied voor gedateerde maatschappij-opvattingen hand in hand gaat met een visie aangaande (vermeende?) bespottelijkheid van het fenomeen ‘ridder.’ Juist de verschuiving in mentaliteiten maakt een zwaard historisch relevant, relevanter dan te weten welke exacte geschiedkundige feiten met het wapen zijn bedreven.

Het semiotisch residu is dus de verzameling aan overgeleverde betekenissen die samen de huidige gevoelswaarde van een verschijnsel bepalen. Om terug te keren naar het voorbeeld van de ‘panneaux touristiques’: dat zijn objecten uit het heden die naar het verleden verwijzen. Aan het fenomeen ‘toeristisch bord’ hebben zich in de loop van de tijd tal van betekenissen gehecht. Zo zal de cynische hedendaagse beschouwer mogelijk denken: ik laat mij niet door de commercie voorschrijven welk beeld van een gemeente ik moet hebben. Of: wat een ondynamisch saai beeld van het verleden schotelt men ons voor. Dergelijke meningen vormen samen het semiotisch residu rond een voorwerp. Als je niet op zoek bent naar de betekenis van tekens die naar het verleden verwijzen of er zelf uit stammen, dan laat je wat werkelijk interessant is buiten beschouwing.

Voor meer over 'presence' zie: hier

Voor meer over nostalgie zie: hier

Voor meer over 'verledenheid' zie: hier

Tag Cloud
bottom of page