top of page
Featured Review

Recensie over 'Wonderwezens'


'Wonderwezens. Klein overzicht van mythische figuren' van schrijfster Ingrid Biesheuvel en tekenaar John Rabou is aantrekkelijk uitgevoerd. Het boek bevat zwartwit 25 illustraties van Rabou in potlood met erin een gouden kleur verwerkt. Het zijn tekeningen die goed passen bij de tekst en ook in het fonds van een literaire uitgeverij (Athenaeum-Polak & Van Gennep). De prenten in grijs en goud hebben een kunstzinnige waarde, de teksten daarentegen zijn niet hoog-literair. Maar de poplariserende tekst en het kunstzinnig beeld zijn dus wel op elkaar afgestemd; Rabou toont zijn eigen visie, maar blijft trouw aan wat Biesheuvel te berde brengt. Het zou overigens ook interessant zijn geweest wat Rabou van een (in letterlijke zin) kleurrijker benadering gemaakt zou hebben. Rabou, oud-tekenaar van het Land van Ooit, gebruikt in ander werk namelijk soms bonte kleuren.

In het boek worden 25 verhaalwerelden opgevoerd, die de lezer in contact brengen met evenzoveel curieuze tot zeer curieuze wezens uit de populaire cultuur van de Oudheid, Middeleeuwen en de Gouden Eeuw. In het nawoord lezen we over de selectie van de creaturen: ‘Een criterium bij de selectie was de voorwaarde dat ieder wonderwezen in ieder geval een menselijk element in zich moest hebben.’ (92) Deze (overigens niet onderbouwde) keuze leidt ertoe dat draken, eenhoorns, griffioenen, feniksen en basilisken die ik had gehoopt aan te treffen, ontbreken. Ook ‘de meer folkloristische varianten zoals trollen, dwergen en kabouters’ zijn niet opgenomen, op enige aandacht voor de figuren Piggelmee en Wiplala na. Daarmee maken de auteurs het zich moeilijker in hun wens te populariseren, dan nodig zou zijn geweest.

Maar de publicatie biedt hoe dan ook nog genoeg, van een vrij kuis in beeld gebrachte sater tot de Sfinx en van Janus tot zogenaamde zeeridders. Tekst en beeld zijn triggers voor de fantasie en laten de lezer mijmeren over de wonderlijkheid van de menselijke geest en de eruit voortkomende cultuur uit het verleden. Is er bij het scheppen van de oorspronkelijke figuren in de Oudheid (of later) sprake geweest van zinsbegoocheling, gekte of het nuttigen van geestverruimende middelen? Hadden deze creaturen een vermaaksfunctie, of gaven ze aanleiding tot het op het marktplein, in de kajuit of aan het kampvuur veilig griezelen? Het lijkt niet waarschijnlijk dat mensen echt hebben geloofd dat de Minotaurus heeft bestaan of harpijen. Een cultuurhistorische verhandeling over de ontwikkeling van de menselijke fantasie biedt de publicatie niet, dat zal ook niet het oogmerk geweest zijn. Daar zou trouwens bijna elke auteur zich aan vertillen, dus het niet uitdiepen van het thema menselijke fantasie is verdedigbaar.

De teksten zijn geen verhalende navertellingen, maar encyclopedie- achtige bijdragen met hier en daar middelnederlandse en zeventiende-eeuwse citaten die het geheel kleuren, maar die het leesproces ook verlangzamen of zelfs onderbreken.

Biesheuvel, een neerlandica, komt met toegankelijke teksten, geschikt voor alle leeftijden. Soms schrijft ze iets te gewild populair (zonder het deels jonge publiek overigens te onderschatten) met teksten (in dit geval over de nawerking van de commerciedwerg Piggelmee in de populaire cultuur) als:

‘Surfend op het web springt de nostalgie ons tegemoet: tekeningen, heel veel tekeningen, een speelgoedserviesje, grammofoonplaatjes… Maar wat is dat? Op de site van de VVV van Ameland, ons mooiste Waddeneiland, staat te lezen: Verblijf voor een onvergetelijke vakantie in de heerlijk ruime Bungalow Piggelmee’. Dat kan toch niets te maken hebben met ons dwergenpaartje?’ (p 87).

Gelukkig hanteert ze deze stijl niet in de hele publicatie. De lezer met een gemiddelde kennis of ontwikkeling zal tijdens het lezen vaak denken: oja, daarvoor stond dat verhaal, terwijl de teksten voor jongere lezers een opstapje kunnen zijn, men kan erdoor de behoefte voelen zich verder in de verhaalstof te verdiepen.

Het populariseren van kennis is vroeger vaak neerbuigend benaderd. Dergelijke kritiek slaat de plank mis; het is allicht beter dat lezers überhaupt iets mee krijgen van de wonderlijke menselijke cultuur uit het verleden (al dan niet als opstapje) , dan helemaal niets. Een boek als dit voegt daarom zeker iets toe en is door zijn illustraties ook een product dat meer biedt dan louter popularisering.

Ingrid Biesheuvel en John Rabou, 'Wonderwezens. Klein overzicht van mythische figuren' (Athenaeum-Polak & Van Gennep) ISBN 978 90 253 0732 5.

Meer informatie:

Voor een kort interview met John Rabou zie: Flitsinterview-John-Rabou

Tag Cloud
bottom of page