top of page
Featured Review

Interview met Femke Dekker


U schrijft fantasy. Wat trekt u aan in dit genre?

Niets is leuker dan fantaseren. Als kind was ik al dol op verhalen waarin vreemde dingen gebeuren. De GVR en natuurlijk De heksen van Roald Dahl, het heerlijke avontuur van Ronja de Roversdochter en Karlsson van het dak van Astrid Lindgren - het kon niet gek genoeg zijn. Maar ook Guus Kuijer was favoriet. Die schrijft weliswaar geen fantasy, maar toch deden zijn personages dingen die ik niet zou doen, maar wel heel tof waren om over te lezen. Niets is heerlijker dan een spannend, fantasierijk avontuur beleven. Soms speelt zich dat af in een compleet verzonnen wereld, maar soms ook lijkt de verhaalwereld heel erg op de echte en zijn er een paar dingen die niet realistisch zijn. Met fantasy kun je alle kanten op, met niet-bestaande wezens, magie of personages met eigenschappen die mensen niet hebben.

Wat is uw mening over de waardering voor fantasy in Nederland?

Er zijn in Nederland heel veel fantasylezers, maar de boekhandels en uitgeverijen zien dat (helaas) niet. In de boekwinkels is maar een klein deel van de kast bestemd voor fantasy en het overgrote deel is vertaald. Dat is niet erg, het zijn prachtige boeken, maar in Nederland zijn meer goede fantasyschrijvers dan in de boekwinkels te vinden zijn. Uitgeverijen mogen wat mij betreft het talent dat we in eigen land hebben meer uitdragen en daar trots op zijn.

Wat is het meest bevredigend aan het schrijven voor kinderen?

Wat een lastige vraag! Schrijven op zichzelf is al zo leuk, op allerlei manieren. Ik vind het heerlijk om in de huid van bijvoorbeeld een 8-jarige te kruipen, of een 11-jarige, net wat voor verhaal ik aan het schrijven ben, en te bedenken wat iemand van die leeftijd leuk vindt of graag zou beleven of hoe hij of zij zou reageren op bepaalde situaties. Daarnaast hebben kinderen nog niet zoveel levenservaring en veel dingen zijn nog nieuw voor hen. Ik neem ze graag mee op avontuur, naar fantasiewerelden of in situaties die ze zelf (nog) niet hebben meegemaakt. Zo kunnen ze heel veel ontdekken, vooral over zichzelf.

Kunt u iets over uw scheppingsproces vertellen? Hoe ontstaat een verhaalwereld?

Ik schrijf organisch, wat wil zeggen dat ik van tevoren niets uitdenk. Er is altijd een begin, en dat kan van alles zijn. Een uitspraak, een situatie, een gekke naam van een personage of een bepaald karakter/figuur. Als dat begin prikkelend genoeg is, ga ik me afvragen wat daar dan mee is. Door wie zou die uitspraak gedaan kunnen zijn? Wat voor personage zou zo'n naam hebben? Dat levert vaak het uitgangspunt voor mijn verhaal en als ik eenmaal aan het schrijven ben, ontvouwt zich vanzelf iets. Personages gaan dan met elkaar praten, dingen gebeuren, de hoofdpersoon vindt iets... en voordat ik het weet, ben ik een half hoofdstuk verder - en daarmee ook een heel stuk van de verhaalwereld waar het zich afspeelt, het karakter van de hoofdpersoon en een plotbegin.

U geeft ook manuscriptadvies. Wat is een veel voorkomende fout die beginnende schrijvers maken?

Veel schrijvers denken dat ze heel veel moeten vertellen. Hoe de hoofdpersoon zich voelt, wat hij ergens van vindt, waar hij van houdt of juist een hekel aan heeft. Als je al die dingen aan de lezer vertelt, ontneem je hem de mogelijkheid om zich in je verhaal onder te dompelen. Laat je hoofdpersoon maar bepaald gedrag vertonen of bepaalde uitspraken doen, dan kan je lezer zelf ondervinden hoe de hoofdpersoon zich voelt of wat hij vindt. Dan is lezen veel meer een beleving en je verhaal interessanter. www.femkedekker.nl

Zie ook: hier

Tag Cloud
bottom of page