Recensie over 'Kwartet voor het einde van de tijd'
Herlinda Vekemans publiceert niet met de regelmaat van een klok. Bij haar is het meer als een passerende komeet; je moet wachten, je moet geduld hebben. Zij zoekt de spotlights niet op. Ze laat haar oeuvre traag tot ontplooiing komen. Haar muze vindt ze vaak in de muziek of althans bij de scheppers ervan. Deze keer kreeg ze Olivier Messiaen (1908-1992) in het vizier en ze liet hem niet meer los. Gelukkig. De bundel Kwartet voor het einde van de tijd is verdeeld in vier delen: Messiaens geloof (overtuigd katholiek), zijn passie voor vogels, de natuur en de kosmos en zijn pogingen om met muziek de tijd stil te leggen.
Bij het recenseren, begin ik steeds met een bundel losjes door te bladeren. Ik ga op zoek naar de verborgen schoonheid, de opvallende beeldspraak, de taalvirtuositeit die de dichter in zijn werk ergens verborgen houdt. Ik wil verrast worden. Ik speur de regels af, keer terug, lees opnieuw en wil beloond worden voor zoveel inzet. Bij Vekemans raakte ik niet voorbij de eerste bladzijden. Ze hielden mij vast, ketenden mij. De gedichten ontnamen mij de vrijheid om de versregels te negeren. Vanaf het begin las en herlas ik strofen om u tegen te zeggen. Herlinda Vekemans biedt een stroom esthetisch woordgebruik. Zacht kabbelen haar uitgekiende letters voorbij. Zij brengt lentefrisheid. Ze creëert nieuwe ritmes, jongleert met rijke prachtige woordenschat en evoceert beelden die in je kop blijven plakken. Ze gebruikt termen die anderen niet zouden gebruiken of die anderen, misschien zelfs, niet kennen. Ze schept eveneens een zekere religiositeit. Haar poëzie is een kuur om tot inzicht te komen. Tussen de regels schenkt zij ons een universum waar tijd en rust de lezer tot inkeer brengen.
Inwijkelingen
De stad is ook maar een dag
kortstondig en wispelturig als de wolken
met fletse geuren die in regenwater
uitlaatgassen en duivendrek uiteenvallen
kauwen en kraaien verzamelen de dagen
als nog dichte okkernoten die ze van hoog laten vallen
aan de stadsranden wachten herten en vossen op mensluwe momenten
halsbandparkieten uit de Himalaya nemen hun intrek in parken
vlegels met luid en kwajongensachtig vlerkwerk
groen en excentriek als Papageno
met de vinger gewezen
exoten
De lezer mediteert over haar beelden en wordt in zijn haastig zijn geremd. Soms gaat ze de lezer bedotten, ze speelt met hem, ze gebruikt slechte vertalingen via Google vertaalmachines om ons te waarschuwen en om ons te doen glimlachen. Het is mooi als een dichter relativeert. Humor is een sterk tonicum en heel vaak ontbrekend in veel poëziebundels. Ze speelt met het licht dat binnenvalt in kathedralen, ze wordt betoverd door tijdstille momenten die de voedingsbodem vormen voor haar impressies. Ook natuurelementen en landschapsdetails zijn de bouwstenen waarmee deze dichteres haar bundel opbouwt. Ze brengt een zekere muzikaliteit en controleert elk woord alsof het een wild dier is. Ze masseert haar taal tot deze doet wat zij wil. Zo wordt zij de strenge dompteur. Zij slaagt daarin. Ze is sluw. In Kwartet voor het einde van de tijd zal de lezer onttrokken worden aan wat zijn omgeving te bieden heeft. De gedichten van Vekemans zijn sublieme donsdekens die de nodige bescherming schenken in een tijd waar ijsregen en hagelklompen onze dagen blauwe plekken bezorgen. Deze gedichten zijn vluchtroutes naar evenwicht. Het woordenspel en de woordenkeus moeten ons inspireren. De bundel is dus niet enkel een tentakel naar de muziek. Op het einde van de bundel vinden we zeer nuttige informatie over Olivier Messiaen; een didactische touch waar ik veel aan had. De uitgave werd verlucht met foto’s van Johan Duyck. Kwartet voor het einde van de tijd werd opgedragen aan een zekere Alain.
Kwartet voor het einde van de tijd, Olivier Messiaen (1908-1992), Herlinda Vekemans, Poëziecentrum Gent,2015, ISBN 978 90 5655 286 2