top of page
Featured Review

Duitsland in 1945


DE RAND VAN DE AFGROND – DUITSLAND IN HET LAATSTE OORLOGSJAAR

Hoe functioneert een samenleving in het vooruitzicht van de totale ondergang? Dat is de centrale vraag die Arie van Ede zich stelt in zijn boek over de laatste oorlogsmaanden in Nazi-Duitsland. Tussen juli 1944 en mei 1945 werd het voor steeds meer Duitsers duidelijk dat de oorlog niet meer gewonnen kon worden, maar dat het naziregime van geen opgeven wilde weten. De materiële schade en de verliezen aan mensenlevens waren in die periode groter dan ooit tevoren in de oorlog. Alleen al in de eerste maanden van 1945 zijn naar schatting meer mensen omgekomen bij bombardementen dan in alle oorlogsjaren daarvoor. De Russische opmars in het Oosten ging gepaard met een ongekende golf van plundering en verkrachting. Groeiende stromen van vluchtelingen en evacués maakten de verschrikkingen van de oorlog overal in Duitsland voelbaar. Overal in het land werd de repressie willekeuriger en gewelddadiger. Door dat alles vertoonde de maatschappelijke orde steeds meer barsten en kregen veel mensen het gevoel dat ze nu geheel op zichzelf aangewezen waren. Toch bleef het dagelijks leven te midden van al die ontreddering doorgaan. Mensen bleven naar hun werk gaan zolang het nog mogelijk was, de post werd min of meer regelmatig bezorgd en eind april 1945 werd Bayern München nog gewoon kampioen. Maar in dat zelfde onwerkelijke niemandsland liet de bevolking zich meeslepen in een spiraal van terreur en vernietiging. ‘Er lag een atmosfeer van uitroeien en afknallen over het land’, schreef een Duitse historicus later.

Hoe dat mogelijk is geweest en hoe daar achteraf op werd teruggekeken is tot op de dag van vandaag een onderwerp van discussie. Nog altijd zien we de Tweede Wereldoorlog vooral in termen van goed en kwaad, van daders en slachtoffers. Maar in de nadagen van de oorlog werden veel misdaden tegen weerloze slachtoffers begaan door mensen die dat kort daarvoor zelf nooit hadden kunnen vermoeden. Wie zich dat realiseert, wordt eens te meer geconfronteerd met de manier waarop mensen in extreme omstandigheden reageren. De grootste wreedheden worden in zulke situaties veroorzaakt door angst en woede die afgereageerd worden op anderen, juist wanneer die anderen zwak en kwetsbaar zijn. Zeker als iemand de leiding neemt die zegt dat hij simpele oplossingen weet om dingen op te lossen. Mensen zijn het daar dan misschien niet van harte mee eens, maar ze willen zich niet onttrekken aan een taak die aan de hele groep is opgedragen. En bovenal willen ze voorkomen dat de anderen zullen denken dat ze niet durven meedoen, dat ze zwak of laf zijn. Fanatici vormen altijd een minderheid, maar wel een minderheid die over leven en dood kan beschikken. We moeten dat onder ogen durven zien zonder dat te willen vergoelijken of te willen verdringen. Maar wie daar vanuit het morele perspectief van nu over wil oordelen, doet de geschiedenis tekort.

Arie van Ede (Waddinxveen, 1948) studeerde geschiedenis aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Na zijn studie werkte hij veertig jaar als leraar geschiedenis, decaan en conrector op het Montessori Lyceum in Rotterdam.

Het boek "De rand van de afgrond - Duitsland in het laatste oorlogsjaar” (ISBN 9789082578348) is voor € 18,90 te koop via de boekhandel en bij webwinkels als boekenbestellen.nl en bol.com.

0101

Tag Cloud
bottom of page