top of page
Featured Review

Het Verenigd Koninkrijk als themapark


Olivier Rieter


Het Verenigd Koninkrijk is voor velen vooral een groot nostalgisch themapark. De belangrijke Britse literator Julian Barnes schreef er een satirisch boek over: England, England, waarin een park op het eiland Wight het Britse erfgoed en de eilandmentaliteit symboliseert. Het is een hilarisch en dystopisch boek, met passages als ‘Look, I’m just the Concept Developer. I develop concepts. If the Committee decides to turn Robin Hood and his Merrie Men into a band of… fairies, then just let me know.’[i]

Ik houd een dubbel gevoel over aan het lezen van het goed geschreven boek. Wat is eigenlijk het probleem met verthemaparking? Waar komt het dedain voor het themapark vandaan en wat zegt dit over erfgoed?


Het dedain komt van intellectuelen die zich keren tegen Disneyficatie, het omtoveren van alles tot prettig, kleurrijk en onschuldig vermaak.[ii] Het themapark wordt gezien als een uitgroei van het niet-geraffineerde brein van Walt Disney. In Nederland is de Efteling een voorbeeld van iets soortgelijks als Disneyficatie. Voor architectuursociologen stond de naam van ontwerper en tekenaar Anton Pieck lang voor het verleden nabootsende namaak.


Het dedain heeft ook te maken met het afkeuren van het koppelen van commerciële waarde aan cultuur. Sommige commentatoren spreken wel van een heritage industry.[iii] Men zou zich niet meer op vernieuwing richten maar de werkelijkheid onder een historiserende stolp plaatsen. Zo zou het themapark dat vooral een enclave van andersheid is in een moderne wereld, voorbij de begrenzing van het park groeien en de hele maatschappij overwoekeren. Themed environments zijn omschreven als ‘places designed so that every element contributes to telling a story’.[iv] Veel erfgoed voldoet aan deze omschrijving en misschien is dat niet erg.


Londen met zijn neogotische parlementsgebouwen die veel ouder ogen dan ze zijn roept bij de bezoeker nostalgische gevoelens op. De rode bussen, de soldaten bij the Tower, de telefooncellen; alles lijkt er te zijn voor de toeristen. Natuurlijk is Londen ook een dynamische wereldstad, maar de toerist kan zich daarvan afschermen als hij of zij alleen de geijkte locaties bezoekt. Men zoekt dan historiserende prikkels op, waarin ‘Britsheid’ wordt uitgedrukt: een trots op de eigen tradities, voertuigen en gebouwen.



www.unsplash.com. Karl Moran. The Shambles in York


Een coherenter verhaal over het verleden wordt echter verteld in kleinere plaatsen, zoals York. Op een beperkte locatie is het beter mogelijk om de beleving van de bezoekers te sturen. In York wordt een verhaal over vroeger verteld. Volgens een toeristische brochure meende koning George VI dat de geschiedenis van de stad York de geschiedenis van Engeland was. Het is een middeleeuws stadje op Romeinse funderingen en ook de Vikingen oefenden invloed uit op historie van York. Wie door een straatje met overhangende huizen loopt, The Shambles, waant zich in de wereld van Harry Potter.


In The Castle Museum wordt het Yorkse en Britse verleden getoond met nagebouwde huizen en huiskamers van perioden voor de onze. Ik bezocht het museum toen ik vijftien was en het was de eerste keer dat ik bewust in aanraking kwam met iets als Britse nostalgie. En dan met name geconstrueerde actief opgewekte nostalgie. Ik vond wat ik zag niet inauthentiek, eerder een geslaagde poging om iets van contact met het verleden te voelen door de nauwgezetheid waarmee het verleden was nagebootst. In de vakliteratuur spreekt men van een hypnagogisch effect, waarin de nabootsing trouwer is aan het verleden dan het verleden zelf, omdat alles wat om de een of andere reden niet typisch is voor de geïmiteerde periode is weggelaten.[v]


Ik was destijds op vakantie bij mijn tante in Engeland. We bezochten ook oude statige landhuizen, optredens van stadsomroepers in livrei en gerestaureerde kastelen, waarin men repte van een restauratie-opvatting waarin met opzet moderne materialen waren gebruikt. Ik was getroffen door de manier waarop de Britten over hun erfgoed hadden nagedacht. De bron van mijn belangstelling voor erfgoed ligt wel in deze vakantie.


Thuis in Nederland had ik te weinig aanknopingspunten om deze belangstelling verder te voeden: je moet actief bepaalde omgevingen opzoeken wil je je ervaringswereld uitbreiden. Bij het bezoeken van nostalgische locaties is er zowel sprake van iets exotisch: het verleden, als van iets vertrouwds en veiligs. Wat je ziet biedt meer coherentie dan het leven van alledag met zijn vele prikkels. Je grenst je ervaring af, maar overschrijdt tegelijkertijd een andere grens; die van de tijd.





[i] J. Barnes, England, England (New York 1998) [ii] A. Bryman, The Disneyization of society (2004) [iii] R. Hewison, The heritage industry. Britain in a climate of decline (1987) [iv] D. Younger, Theme park design & and the art of themed entertainment (2016) 2. [v] Guesdon en Le Guern, Retromania: crisis of the progressive ideal and of pop music spectrality, in K. Niemeyer (red.), Media and nostalgis (Basingstoke2014), 70-80, aldaar 77.

Tag Cloud
bottom of page