top of page
Featured Review

Nostalgiseren als reactie op veranderingen


Olivier Rieter


Opiniemaker Anil Ramdas wees er ooit op dat drie van de vaders van de sociologie: Dürhkeim, Weber en Tönnies met hun invloedrijke theorieën kwamen vanuit een nostalgische impuls: er was iets verloren gegaan in de moderne tijd van ontmenselijkende massaproductie.


Dürkheim richtte zich onder meer op het ontwortelende aspect van de moderniteit, waardoor sociale cohesie bedreigd zou worden. Weber sprak van onttovering, waarin de mens en zijn uitingen niet meer bezield waren. Tönnies maakte een onderscheid tussen de gemeenschap en de maatschappij, waar de eerste ruwweg voor het warme platteland stond, de tweede voor de ontzielde, onpersoonlijke en moderne stad, waar men niet meer betrokken was bij elkaar. De drie sociologen constateerden een ontwikkeling van gevoelde gemeenschappelijkheid en vertrouwdheid naar onpersoonlijke zakelijkheid, differentiatie en individualiteit.


De hedendaagse Duitse socioloog Hartmut Rosa bracht de cultuur van versnelling in de moderniteit in kaart. Deze jachtigheid ziet hij als een van de centrale aspecten van het moderne leven. Het gaat hem vooral om een inventarisatie. Remedies biedt hij niet of nauwelijks. Toch is het zinvol om juist wel aan te geven hoe men in het eigen leven kan omgaan met de impact van veranderingen. Hierbij kan het begrip nostalgiseren, het actief nastreven van een nostalgisch effect in jezelf of een ander, een rol spelen.


Een huwelijk tussen ‘slow’ en ‘flow’

In de hedendaagse slow beweging zet men zich af tegen de cultus van snelheid en efficiëntie. Men wil terug naar de menselijke maat, waarin kwaliteit van leven belangrijker is dan het in getallen en seconden berekenbare. Dat klinkt als vanzelfsprekend, maar veel mensen verliezen een dergelijke benadering uit het oog, in het najagen van targets en optimalisatie.


Carl Honoré, de paus van de slow-beweging wijst op het Japanse fenomeen karoshi als meest extreme resultaat van de cultuur van jachtigheid. Dat begrip staat voor het sterven van Japanse werknemers aan overwerktheid. Elke cultuur is anders, maar het lijkt zo te zijn dat ook andere landen dit fenomeen in mildere vormen hebben, bijvoorbeeld als burn-out. In zijn boek ‘ In praise of slow’ gaat Honoré niet in op nostalgie. Dat is opmerkelijk want nostalgie lijkt een veel voorkomende reactie op de cultuur van snelheid te zijn: vroeger was het leven niet zo hectisch, niet zo complex, niet zo vol van de prikkels van de klok, meent men.


Nostalgie, het idealiseren van het verleden, is een vorm van jezelf voor de gek houden omdat het gaat om een onwerkelijke interpretatie van ‘vroeger’. Aan de andere kant is het gevoel dat de werkelijkheid versnelt universeel. Net als het verlangen naar een rustig, minder complex leven dat coherentie heeft en waar men betrokken is bij elkaar, los van het gegeven of er uit menselijk contact winstgevendheid kan worden gehaald. Dergelijk doelmatigheidsdenken is een logisch gevolg van het hyperkapitalisme. Dit kapitalisme wil niet weten van grenzen aan de groei, of een terugtrekken uit de maatschappij om het innerlijk evenwicht te bewaren. Nostalgie zou men kunnen zien als een medicijn voor de kwaal moderniteit.


Nostalgiseren is een methode om het nostalgische levensgevoel in de praktijk te brengen. Dit kan zowel sterk negatief uitpakken (het bouwen van muren om het zelf), als ook positief: breien, kantklossen, scrapbooken, smeden, verzamelen, foto’s bewerken met retrofilters, kleurplaten inkleuren, tekenen in stijlen ‘van vroeger’, het lezen van kinderboeken, reminisceren, je huis decoreren met vintage spullen, het bezoeken van vlooienmarkten, je uitdossen in (al dan niet zelf gemaakte) historiserende kleding, luisteren naar klassieke (pop)muziek, vergeten groenten op je menu plaatsen, wandelen door historische stadjes, oude series bekijken en becommentariëren, je begeven in virtuele omgevingen die aan vroeger refereren, in de bruine kroeg afspreken met vrienden: het zijn maar enkele van de manieren waarop men actief kan nostalgiseren. Bij dit nostalgiseren gaat het steeds om het je tijdelijk terugtrekken uit een te jachtig heden, naar een heden dat ‘verledenheid’ ademt. Verledenheid is een vertaling van het Engelse begrip ‘pastenss, en staat voor de creatieve omgang met ‘vroeger’ in het heden.


De psycholoog Mihaly Csikszentmihalyi kwam met een beroemde theorie over piekervaringen, waarin mensen opgaan in de activiteit die ze aan het verrichten zijn, zodat ze al het andere even vergeten. Misschien is dat de meest waardevolle manier waarop men in zichzelf (zonder betrokkenheid van anderen, zoals in de liefde) een geluksgevoel kan opwekken. Cszikszentmihalyi noemt deze piekervaringen flow. Wanneer men in een toestand van flow is, verricht men activiteiten die noch te moeilijk noch te makkelijk zijn. Men functioneert zo optimaal. Het gaat om het inzetten van geestelijke en lichamelijke kracht in een activiteit die voldoening schenkt. Nostalgiseren zou zo’n activiteit kunnen zijn. Men wordt er niet passief of receptief door overvallen, maar zoekt de activiteit bewust op. Men haalt er voldoening uit en gaat vaak helemaal op in de bewuste activiteit.

Het gaat dan om een soort huwelijk tussen slow en flow. Slow omdat men zich afzet tegen het te jachtige leven, flow omdat men zichzelf uitdaagt.


Hygge en gezelligheid

Dit opzoeken van de nostalgische ervaring in het heden zien we ook in het fenomeen hygge. Hygge is de Deense internationaal vermarkte variant van het Nederlandse fenomeen gezelligheid. Er zijn kleine inhoudelijke verschillen tussen beide verschijnsels maar het grootste verschil is dat hygge tot een internationaal exportproduct voor het scheppen van je eigen geluk werd gemaakt, terwijl gezelligheid vooral een grappig kenmerk van Nederlanders bleef, zonder andere dan curiositeitswaarde. De Denen en de Nederlanders zoeken de gezelligheid zelf op; ze plaatsen zich in omgevingen waarin men temidden kaarsen spelletjes kan doen met vrienden onder het genot van alcohol of chocolademelk. Deze ervaringen herinneren aan eerdere geïdealiseerde ervaringen, bijvoorbeeld aan het ganzenborden en risken met het gezin in de jeugd, of het uitpakken van cadeaus en surprises tijdens verjaardagen en Sinterklaas. Gezelligheid is misschien wel de typisch Nederlandse (Deense) variant van het internationale fenomeen nostalgie.



Ook eetclubs, boekenclubs en zelfs schaakclubs kunnen een gezelligheidseffect hebben. Men kan hiernaast denken aan barbecueën of anderszins tafelen in de open lucht of aan cafébezoek. Het verschil tussen deze activiteiten en de eerder genoemde vormen van nostalgiseren is dat ze meer een sociaal aspect hebben: kletsen en kaarten doet men met anderen, terwijl scrapbooken of kleurplaten inkleuren eerder solitair zijn, al wil men de resultaten soms wel aan anderen tonen.

Zo vult de gezelligheidservaring aan, wat de individuele nostalgiseringservaring ontbeert. Wie het sociale en het individuele nostalgiseren beide in zijn of haar emotionele en reflectieve repertoire opneemt, is mogelijk het best gewapend tegen de minder aanlokkelijke kanten van het moderne, jachtige bestaan.


Olivier Rieter promoveerde in 2018 in Tilburg op een onderzoek naar nostalgie.

Tag Cloud
bottom of page